‘Decentralisaties zijn geen technocratische exercities’

Als debatleider houdt John Bijl van scherpe discussies. Als columnist zit hij op de publieke tribunes om verslag te doen van de raadsvergaderingen in alle hoeken van het land. Tijdens de 7de Grote Dag van de Kleine Gemeenten is hij de ringmeester van een discussie over de drie decentralisaties.

Bijl is een levendig verteller met gevoel voor humor, maar zijn observaties zijn er niet minder serieus om. De grote vraag is: waar blijft het politieke debat over de meest omvangrijke overheveling van taken naar de lokale overheid?

De ondersteunende begeleiding vanuit de AWBZ die binnen een jaar een taak voor gemeenten wordt. De Participatiewet. De Jeugdzorg. Voer voor discussie, zou je denken. Maar nee, zegt Bijl. ‘Ik hoor te vaak, ach joh, die nieuwe taken zijn vooral een technocratische exercitie. Ik geloof er helemaal niets van.’

Visie thuiszorg

De oprichter van het Periklesinstituut waarschuwt voor een herhaling van sneue zetten. Hoe het niet moet? Zoals dat ging toen de Wmo van kracht werd. Uit het onderzoek Decentralisatie als opgave is namelijk gebleken dat de politieke discussie pas na het invoeren van de wet is gevoerd. En gaat het lekker met de thuiszorg? Nou nee.

Een ander voorbeeld: de inzet van straatcoaches in een gemeente waar Bijl op bezoek was. Zonder kader van het lokale bestuur werden de handhavers de straat op gestuurd. Naderhand was de conclusie dat hun inzet geen succes was. ‘Natuurlijk niet’, zegt Bijl. ‘Zonder kaders is het nooit genoeg.

Maar goed, is de vraag, het onderwerp transitie valt toch wel in gemeenteraden? ‘Amper’, is het antwoord. ‘Als het al wordt besproken, dan gaat het vooral om de vraag wat de ambtenarij al heeft gedaan? Zijn er voorfinancieringen? Dat soort vragen.’

Maar die AWBZ-taken dan?

‘Nog geen half jaar, dat klopt. Toch wordt het onderwerp in de raad vaak niet besproken.’

Waarom dan?

‘De actualiteit is overweldigend voor raadsleden. Ze worden overspoeld door pakken papier, vaak over kleine kwesties. Heb je zo’n pak papier wel eens gelezen? Het is enrom gedetailleerd allemaal. Heel ambtelijk. Ook hoor je wel van raadsleden dat ze er vooral willen zijn om het college te controleren.’

Waarop dan?

‘Precies. Vraag de wethouder eens om eens om visie op de ondersteunende begeleiding. Of het aan het werk helpen van inwoners. Of de Jeugdzorg. Ga een discussie aan. Anders kan je burgers ook helemaal niets beloven, anders krijg je straks ontevredenheid. Wat duidelijk moet worden is dat iedereen baat heeft bij een duidelijke politieke taakstelling.’

Maar de visie is bekend. Eigen kracht. Eén gezin, één plan. De gemeente als regisseur. We zijn het eens, toch?
‘Fantastisch’, zegt Bijl. ‘En wat betekent dit voor de politieke verantwoording naar de inwoners toe? Verder is er natuurlijk een verschil tussen de liberale en sociale kijk op dit soort zaken. Vertel mij niet dat iedereen het eens is met elkaar. We herhalen wat we met de Wmo hebben gedaan. Ook toen was een visie landelijk te downloaden. Maar de bedoeling was toch om dit dicht bij de burgers te organiseren?’

Dat klopt.

‘Dan is Rotterdam toch wel anders dan Lochem. Neem de Participatiewet. Natuurlijk denken ze anders over die wet in Wassenaar dan in Nijmegen. Toch hoor ik de verschillen niet, terwijl ik op heel wat publieke tribunes heb gezeten.’

Best een somber verhaal, of niet?

‘Eigenlijk wel, maar de transities kunnen wel degelijk gepaard gaan met politiek debat en daaruit voortvloeiende kaders die handen en voeten geven aan de nieuwe taken.’

Kunnen ambtenaren hier nog bij helpen?

‘Ja, ze mogen best sturender zijn. Er is een visie nodig. Geef ons een kader, moeten ze vragen. De lokale overheid moet zich nu echt gaan bemoeien met de transities.’