De legitimiteit van gemeenteraden in Nederland

Op 27 januari organiseert de Universiteit Leiden het congres De legitimiteit van gemeenteraden in Nederland. Onderzoekers en deskundigen gaan in gesprek over het functioneren van de gemeentelijke politiek — en ons democratische bestel.

Het congres start met een bijdrage van Kajsa Ollongren. Zij was voorzitter van de Denktank Jaarbericht van het VNG die het rapport Maatwerkdemocratie schreef. In dat rapport worden aanbevelingen gedaan voor systeem veranderingen.

Na Ollongren spreken onder leiding van prof. dr. Wim Voermans ondermeer Hans Vollaard(Universtiteit Leiden), Klaartje Peters (Maastricht University), Jasper Loots (auteur De gemeenteraad heeft geen toekomst) en John Bijl (oprichter Periklesinstituut & auteur van De mystery burger).

De bijeenkomst vindt plaats in het Kamerlingh Onnes Gebouw aan de Steenschuur 25 in Leiden en start om 14:30. Ze wordt om 17:00 afgesloten met een borrel.

Meer informatie bij het de afdeling Politieke Legitimiteit van de Universiteit Leiden.

Door John Bijl en Bart Cosijn

Het waren twee mooie jaren. Nou ja, mooi… Al sinds het bestaan ervan is door iedereen die ermee te maken kreeg vooral gemopperd op de bestuurscommissies. Zo verbazingwekkend is het dus niet dat het college het commissiemodel met de volgende raadsverkiezingen uit zijn lijden wil verlossen.

Vorige week presenteerde wethouder Abdeluheb Choho een nieuw voorstel. Daarin worden de stadsdeelbestuurders niet meer via verkiezingen benoemd, maar wijst het college ze aan. Een raad van gekozen burgers, bestaande uit minder mensen met nog minder ondersteuning, moet deze superambtenaren adviseren. Niet te vaak, want vaker bijeenkomen dan twee keer per maand mag ook weer niet.

Het plan wordt gepresenteerd als verbetering van de Amsterdamse democratie. Een misleidend kader. Als eerste gaat het volstrekt langs ons heen dat het een democratischer proces zou zijn als indirect gekozen wethouders, die door achter de schermen gehouden coalitie­onderhandelingen aan hun plek zijn gekomen, zelf bestuurders aanwijzen.

Kiezersgunst

Ook de lichtpuntjes die het college zegt te zien, missen een punt. Zo vindt het college het een verbetering dat vertegenwoordigers alleen nog op persoonlijke titel een mandaat kunnen verkrijgen – en niet meer langs een partijlijn. ‘U kunt dus echt deelnemen aan het besturen van de stad,’ zegt het stadsbestuur in zijn persbericht. Maar dat is helemaal geen verandering.

Ook in het huidige stelsel konden niet-politieke groeperingen en stichtingen meedingen naar de kiezersgunst. Dat zoiets uitbleef, kun je het bestaande commissiestelsel niet verwijten. Feitelijk krijgen de gekozenen nog minder te zeggen dan voorheen. Belangrijker is, dat de macht van de lokaal gekozenen niet toeneemt. Het werk van de door de bevolking aangewezen gebiedsvertegenwoordigers is verre van bindend. Het is een advies, niks meer en niks minder.

Niets houdt de aangestelde bestuurders tegen het advies naast zich neer te leggen. Feitelijk krijgen de gekozenen nog minder te zeggen dan voorheen. De wethouder zegt dat het door commissie-Brenninkmeijer geconstateerde ‘dubbelmandaat’ de belangrijkste aanleiding is voor deze wijziging in het stelsel, maar hij brengt er een nieuwe weeffout voor terug: verkiezingen zonder formele invloed.

Goed gesprek

Als laatste lijkt het nieuwe model compleet te vergeten wat democratie ook alweer is. De essentie van democratie is dat je steeds opnieuw een goed gesprek voert over wat nodig is, voordat er een plan ligt. Verkiezingen zijn slechts een middel om een zo breed mogelijke groep bij dit gesprek te betrekken. Door compleet van het model van representatieve democratie af te stappen en het in te ruilen voor een klankbordgroep, gaat iets belangrijks verloren.

Democratie is bovendien iets anders dan twee keer per maand een goedkeurend stempeltje halen bij de burger. De stadsdelen van Amsterdam hebben een omvang van middelgrote gemeentes. Veel inwoners voelen zich sterk verbonden met hun buurt. Ze weten wat er goed gaat, welke problemen spelen en vaak ook waar als eerste aandacht voor zou moeten zijn. Het is belangrijk dat mensen met hun ideeën en zorgen ergens terechtkunnen. Niet alleen aan een loket, maar via een écht gesprek.

Deze stadsgesprekken zijn essentieel om over belangrijke thema’s te discussiëren, te ontdekken dat er andere visies zijn en samen in de openbaarheid tot een formulering van ‘wat dan wel’ te komen. Zodat zelfs als je niet aan deze gesprekken meedoet, je toch deelgenoot kunt zijn van de afwegingen.

Dat zoiets soms met moeite, traagheid en bestuurlijke inefficiëntie gepaard gaat, is dan maar zo. Als je er niet tegen kunt dat mensen het soms niet met je eens zijn, is democratie misschien niet jouw ding. Dit voorstel voor een nieuw bestuurlijk stelsel is meer dan een gemiste kans. Het is een substantiële verslechtering in een tijd waarin de roep om meer democratie en zelfbestuur alleen maar luider wordt. Deze groeiende betrokkenheid van inwoners is een goed teken. Aan het stadsbestuur de uitdaging dat democratisch te faciliteren.