‘Raad Amsterdam moet legitimiteit en wenselijkheid wel uit elkaar houden’

Komende donderdag, op 2 november, debatteert de gemeenteraad van Amsterdam over de zogeheten grijze campagne. Met dit plan stelde voormalig Amsterdams burgemeester Eberhard van der Laan voor om met anonieme filmpjes op het internet radicalisering te bestrijden.

Het plan zelf is omstreden. De gemeente zou niet kenbaar maken dat de overheid achter de filmpjes zit. Ook de democratische legitimering blijkt slecht geregeld. Zo zijn noch raad of andere collegeleden op het plan door Van der Laan op de hoogste gesteld.

Dat had wel gemoeten. ‘Het is de vraag of je zo’n geheim ‘Black Ops’-project mag uitvoeren,’ vindt Bijl. Hij hoopt wel dat de debatterende raadsleden in staat zijn wenselijkheid en legitimiteit te scheiden. ‘De website is eerst of Van der Laan hier wel geld aan mócht uitgeven. Dat zijn twee vragen waarvan ik hoop dat ze in het debat niet door elkaar worden gehaald.’

De democratie leeft! Initiatieven van onderaf, zoals in Rotterdam, Groningen, Heemstede, en Raalte laten zien dat burgers meer zeggenschap over hun omgeving willen. Daarnaast zijn de mogelijkheden daartoe met burgerjury’s, wijkfora en stadsgesprekken voor bewoners alleen maar toegenomen. En ondanks het Kabinetsvoornemen om het te schrappen, staat het referendum hoog op de publicitaire agenda.

Ook bij de bijna veertig aanwezige griffiers leeft de verandering. Iedereen heeft er wel mee te maken. Maar waar bij de een de vergadering haast niet is te stoppen, blijft bij de ander de modernisering tegen dezelfde drempels aanlopen.

Soms komen die belemmeringen uit de raad. Voor politici is de roep om aanpassing een reden tot bezorgdheid. Gek is dat niet, laten Bijl en Van Zuylen zien. Eigenlijk is het geruststellend dat de raad beducht is voor ‘vernieuwen om het vernieuwen’ en aandacht vraagt voor democratische legitimatie en zorgvuldigheid.

Om democratische vernieuwing ook democratische verbetering te laten zijn, zul je eerst moeten weten met wat voor democratie je te maken hebt. Bijl en Van Zuylen vertellen dat zelfs binnen één gemeente de democratische behoefte per kern kan verschillen. Of zoals ze in Rotterdam zeggen: Crooswijk is niet Kralingen.

Met de test Hoe democratisch is mijn gemeente? is aardig accuraat in kaart te brengen in hoeverre de ‘culturele randvoorwaarden’ voor democratische vernieuwing zijn ontwikkeld en wordt de kwaliteit van de democratie gemeten.

Daarnaast zijn er verschillende soorten democratie — met elk een eigen behoefte. In een Penduledemocratie kan de raad met democratische vernieuwing geholpen worden om uit de politieke blokvorming van oppositie tegen coalitie te komen. Maar in een Kiezersdemocratie hoort de raad de gespreksleider of zelfs scheidsrechter te zijn die kalmte aanbrengt in het publieke debat. Ook de Politieke Stijl van de volksvertegenwoordiging maakt uit. Een gemeenteraad vol Bestuurders kent een andere dynamiek en uit een andere behoefte dan een raad waar de stijl Coach prevaleert.

Democratische vernieuwing blijft dus maatwerk, concludeerden de aanwezigen. Met de vragen Wat is de kwaliteit van de democratie?, Wat voor soort democratie ben je? en Wat is de stijl van de volksvertegenwoordiging? is de stap naar vernieuwing veel meer doelgericht, zorgvuldiger én meer duurzaam te maken. Zodat het vernieuwen van de democratie ook gaat betekenen het krijgen van de democratie die bij je past.

Het Periklesinstituut is een kenniscentrum voor de vertegenwoordigende democratie. Ze helpen gemeenteraden en Provinciale Staten in het verbeteren van de politieke besluitvorming. Democratic Challenge is het democratisch experimenteerprogramma van BZK en VNG, en is betrokken bij tientallen democratische experimenten. John Bijl kent u misschien als de Mystery Burger van Binnenlands Bestuur.

Een betrekkelijk unicum. Waar er altijd prominente leden en oudgedienden van de traditionele partijen solliciteren naar een burgemeesterspost, is dat bij de PVV nog betrekkelijk nieuw. Sinds de eerste keer, dat er in 2013 een PVV’er voor het burgemeesterschap in Woensdrecht naar het ambt van eerste burger had gesolliciteerd, is het slechts vijf keer voorgekomen.

Dat is ongetwijfeld niet de enige reden waarom het bericht uit Losser stof doet opwaaien. Mede door het scherpe profiel van de PVV, en ongetwijfeld ook de anti-establishment houding, leverde het bericht direct nieuwskoppen en speculaties op.

Ook bij de PVV was de verwarring groot. Binnen de fractieburelen en de partijtop weet niemand welke kandidaat wordt bedoeld. Heel verrassend is dat niet. Niet alleen is de sollicitatieprocedure van het burgemeesterschap geheim, ook is de genoemde partijverbondenheid van kandidaten van generlei waarde. Ze is slechts gebaseerd op de affiliatie die iemand zélf op het sollicitatieformulier heeft ingevuld. Gecontroleerd wordt dat niet. Iedereen kan in de procedure noemen dat hij ‘van een partij’ is, of-ie nu 12 jaar Kamerlid is geweest of enkel een keer heeft overwogen op de partij te stemmen, maakt dan niet uit.

Ernstiger is, dat de partij-signatuur van een burgemeesterskandidaat volstrekt irrelevant is. Burgemeesters worden door een gemeenteraad geselecteerd op een kundigheid, verbindend vermogen, leiderschap, of lobby vaardigheden — en niet op een partij-affiliatie. Dat is maar goed ook, want een burgemeester heeft in ons huidige bestel eigenlijk geen politieke ruimte om ineens beleid naar z’n hand te zetten. Een PVV-burgemeester kan niet ineens een PVV-koers gaan varen, tenzij de gemeenteraad hem daartoe opdracht geeft.

Het noemen van de partijsignatuur is daarmee niet alleen onzinnig. De provincie voedt ermee ook nog eens het waanidee dat het hebben van partijverbondenheid er toe zou doen. Ze houdt er zelf de verhalen van partijkartels en vriendjesbenoemingen mee levend.

Genoeg reden om met deze vraag of het sollicitatieformulier en zeker het noemen van de partijverbondenheid te stoppen. Het zou de commissarissen sieren als ze het apolitieke karakter van burgemeesterschap, zeker in tijden van sollicitatieprocedures, Staatsrechtelijk zuiver houden en iemands partij-affiniteit, lidmaatschap, of een mogelijk gefingeerde verbondenheid achterwege laten.