Verkiezingscampagnes moeten aan wetten worden gelegd

‘Beste Nederlanders’ lachte Mark Rutte ons gister toe. Met een openbare brief (lees: advertentie) in de grote dagbladen vertelde Rutte dat ons land er toch wel lekker bij ligt. Met een waarschuwing voor zijn kwetsbaarheid. ‘Nederland is een vaasje dat we met 17 miljoen Nederlanders vasthouden,’ stond er. De vraag is van welke Mark Rutte deze brief eigenlijk afkomstig is. We hebben er immers twee. De goedlachse premier die een fragiele coalitie door maatschappelijk onstuimig vaarwater loodst én de goedlachse liberaal die leiding geeft aan de vroem-vroem-partij.

Het ligt niet aan u dat u de twee niet uit elkaar kan houden; blijkbaar lukt het Mark Rutte zelf ook niet goed. Toch zijn er verschillen. De eerste Mark Rutte, de premier van alle Nederlanders, zou ons met de brief wellicht gerust willen stellen dat het land echt niet zo in brand staat als sommige gele hesjes ons doen willen geloven. Zijn oproep leest dan als een goed bedoelde – en niet onterechte – oproep de eendracht in het land te bewaken. De boel bij elkaar te houden. In dat licht kent de brief een vreemd overkomende dis aan zijn collega’s aan het Binnenhof. Politici ‘die bij de microfoon dingen kunnen roepen omdat ze weten dat er toch nooit een meerderheid voor zal zijn’. Ik zou het mij niet door de premier laten zeggen.
Misschien is de brief dan toch van de andere Mark? Die is geschreven door de Mark met de overtuiging dat alleen hij – en dus de VVD – vindt dat die rust alleen bewaard kan worden wanneer u bij de volgende verkiezingen ook op de VVD stemt. Een ordinair verkoopverhaal dus; niet anders dan de claim van een zeepfabrikant dat zijn product écht het schoonst wast. Alleen Rutte kan het land redden want, zo schrijft hij, ‘ik voel de verantwoordelijkheid het vaasje vast te houden’.

Het is vast niet voor niets dat de brief in het midden laat door welke Mark ze is geschreven. De VVD betaalde voor de plaatsing en het komt de liberalen maar wat goed uit dat de premier hun boodschap verkondigt. Een betrouwbaarder bron dan de regeringsleider kan er toch niet zijn. Daarnaast kan het geen kwaad de kiezers er even aan te herinneren dat Mark Rutte ‘van de VVD’ is; de zogeheten ‘premierbonus’ levert al jaren extra zetels op.

Maar netjes is het niet. De ingezonden brief is niets anders dan paid content. Het is vergelijkbaar met een opiniestuk dat u wijs maakt dat Shell groene vingers heeft of medisch onderzoek dat één geneesmiddel aanprijst. Rutte treedt erin niet op als premier, maar als bekende Nederlander die ons heimelijk de VVD aanprijst. En net zo goed als dat u zich ongemakkelijk voelde toen Yvon Jaspers veevoer aanprees, moet u datzelfde gevoel ook bij deze brief hebben.

In de VS was Rutte niet met de brief weggekomen. De Amerikaanse politiek kent strikte regels voor het plaatsen van politieke advertenties: er moet met tenminste een 12-punts lettergrootte duidelijk bij staan wie de bron is van de publicatie. Niet voor niets; of het nu om opinies van bestuurders, gepubliceerd onderzoek of ordinaire zwartmaakcampagnes gaat, de kiezer heeft het recht te weten wie er voor heeft gezorgd dat de boodschap ons werd gebracht.

Nederland kent deze strikte regulering niet; eigenlijk zijn alleen in gemeentelijke verordeningen (de zogeheten APV’s) regels opgenomen over waar je een poster mag plakken en hoe hard de installatie van de geluidswagen mag zijn.

Rutte’s ongemakkelijke twee-petten-brief maakt duidelijk dat het tijd wordt de Nederlandse campagneregels ook aan te scherpen. En moeten Nederlandse politieke verenigingen ook worden verplicht transparant te zijn over welke betaalde kopij ze levert, welke artikelen ze promoten op Facebook en welke onderzoek ze financieren. Deze ‘reclame-code’ voor politieke partijen laat de kiezer in ieder geval de afzender en financier zien, zodat hij hopelijk ook een goed beeld krijgt van zijn intenties. Campagnevoeren is niet alleen prima, het hoort bij onze democratie. Maar voer het wel graag met open vizier.

Het artikel verscheen in NRC.