Politieke strikvraag

Hoe zal zij of hij antwoorden op deze politieke strikvraag? Want er zijn heel veel foute antwoorden mogelijk. ‘Ja’ luidt het begin in van een lange lijst, zo niet een litanie, van de al dan niet gepercipieerde missers van de betrokken wethouder. ‘Nee’ zal ontegenzeggelijk leiden tot een triomfantelijk ‘Zie je wel!’ van de vraagsteller, waarna de politieke grill pas echt aangaat. En ‘Misschien’ geeft het beeld van een bestuurder die het niet weet en hoe kun je dan in hemelsnaam in control zijn? Waarmee in control zijn impliciet synoniem wordt verklaard met onder controle hebben. 

Wat is dat dan, in control zijn? Een gemeente die in 2030 klimaatneutraal wil zijn en daar in 2019 voor het eerst anderhalve medewerker voor vrijmaakt, is niet in control. Een gemeente die honderden woningen gerealiseerd wil hebben in 2022 (niet toevallig een verkiezingsjaar) en daar niet serieus in investeert, is niet in control. En een gemeente die beweert adequate zorg te zullen leveren aan inwoners die het nodig hebben, maar vasthoudt aan het principe dat het budget leidend is, is ook niet in control.

In control zijn is realiseren wat je belooft, binnen het aangevraagde krediet én binnen de tijd die je daarvoor afspreekt. Gemeenten en provincies hebben een maatschappelijke taak. Ze hebben de taak om, met belastinggeld, maatschappelijke opgaven tot een goed einde te brengen. Gemeenteraden en Provinciale Staten hebben de dure plicht om daar, in naam van hun inwoners, keuzes in te maken. Welke maatschappelijke opgave geven wij prioriteit? Wat willen we gerealiseerd zien? Wanneer is het af? Wanneer zijn wij tevreden? En dan: hoeveel tijd nemen wij daarvoor? En wat mag dat kosten? We noemen dat ook wel kaders. En ‘in control zijn’ is niets meer en niets minder dan binnen de kaders blijven.

En als dat niet lukt? De wereld is niet statisch en geen enkele wethouder of gedeputeerde heeft een kristallen bol die toekomst met zekerheid voorspelt. Een wethouder die tijdig, of desgevraagd, aan de raad meldt dat de beoogde maatschappelijke opgave met alle kwaliteitseisen die eraan gesteld zijn niet gehaald gaat worden binnen de tijd en het aangevraagde krediet, is dus heel erg in control. Hoe vervelend de boodschap ook is.

Feitelijk meldt de bestuurder dat hij niet aan de – door het hoogste orgaan meegegeven! – kaders kan voldoen. En dan is er dus een debat nodig over het aanpassen van de kaders. De tijd is aangebroken om nieuwe politieke keuzes te maken. Handhaven we het budget? Wat betekent dat voor de kwaliteit die we van het resultaat verwachtten? Hoeveel langer mag het duren? En wat betekent dat voor andere opgaven?

Kijkt u nu eens naar uw eigen begroting. Staat daar duidelijk in wanneer raad of Staten tevreden zijn? Of staat er vaagtaal á la ‘de gemeente verbindt, ondersteunt, verlaagt drempels en stimlueert’ en daartoe ‘inzet op een sterke lokale ondersteuningsstructuur’? Heeft u daar een stevig debat over gevoerd? Staat er duidelijk in wanneer het af is? En binnen welk door de raad afgegeven krediet de opgave gerealiseerd wordt?

Terug naar het antwoord op die politieke strikvraag. Zoals we hebben gezien is in control-zijn blijvend kunnen sturen op het verband tussen resultaat, tijd en geld. Die kaders heeft de raad het college meegegeven en vereist daarmee een heldere en constante wisselwerking tussen college en raad.

En daarmee is het enige goede antwoord op de vraag of de wethouder wel in control is, de wedervraag ‘Wat vindt u zelf? Welke van de kaders zou ú willen aanpassen?’

Michiel van der Eng is senior trainer en specialist gemeentefinanciën bij het Periklesinstituut. Maandelijks schrijft hij de column #hetgaatnietovergeld voor Binnenlands Bestuur. Deze column verscheen daar op 30 oktober 2019.

Maar liefst 15 fracties in Zaanstad — en het is niet eens een record. Maar ook in Emmen, Maastricht, West-Betuwe, Ooststellingwerf, Velsen, Den Helder, Sluis, Gouda… En natuurlijk de Tweede Kamer. NRC liep de afsplitsingen eens langs. ‘Het tweede jaar is altijd woeliger, zegt John Bijl.  ‘De eerste begroting wordt behandeld en dan moeten vage plannen ineens concreet worden.’

Als er geen nieuws is, moet je het maken. Het lijkt de enige motivatie te zijn geweest voor het ANP om een nieuwsbericht te schrijven over de voordracht van Ronald van Meygaarden als burgemeester van Boxtel. Waarschijnlijk weinig geprikkeld door de zoveelste burgemeestersvoordracht verzon een overijverige auteur er maar even wat zinnen bij. De aanleiding leek alleraardigst; Van Meygaarden was eerder lijsttrekker van de relatief nieuwe politieke beweging Code Oranje. Niet alleen leidde deze constatering tot onjuiste conclusies in het ANP-bericht; erger is dat deze fouten en verzinsels schadelijk zijn voor het ambt burgemeester. Gerenommeerde media zoals NOS, Binnenlands Bestuur, Brabants Dagblad en zelfs TPO namen dit nepnieuws zonder het te corrigeren over.

Dit zijn de fouten. Met dank aan TPO voor het screenshot van het ANP-bericht.

Het ANP-bericht met de fouten

(1) Partijen leveren geen burgemeesters, gemeenteraden leveren burgemeesters. Na een sollicitatieprocedure is het een vertrouwenscommissie van de gemeenteraad (met daarin leden van deze raad) die de gesprekken voert met de kandidaten die ‘doorgaan naar de tweede ronde’.

In die gesprekken is de partij-affiliatie eigenlijk geen onderwerp van gesprek. Een nieuwe burgemeester vertelde me laatst dat zijn partijlidmaatschap tot zijn aangename verrassing helemaal niet aan de orde is geweest. Een ander vertelde me dat het wel was besproken, maar met de vraag waarom hij een lange tijd geen lid meer was geweest van een politieke vereniging. Uit nieuwsgierigheid waar deze periode van ogenschijnlijk verminderde periode van politieke participatie vandaan komt. De gesprekken over geschiktheid hadden verder niets met zijn partijlidmaatschap (of het gebrek eraan) te maken.

(2) De gemeenteraad is de enige die de kandidaat-burgemeester mág voordragen. Dus natúúrlijk stond de gemeenteraad achter de voordracht.

Na de sollicitatie-gesprekken draagt een vertrouwenscommissie meestal twee kandidaten voor. In enkel geval heeft de vertrouwenscommissie de mogelijkheid daar een voorkeur bij uit te spreken, maar in de meeste gevallen worden de kandidaten als gelijkwaardig geschikt gepresenteerd. In een besloten vergadering vergadert de gemeenteraad als geheel over welke kandidaat de voorkeur geniet.

Ook in dat debat gaat het over voorkeuren en competenties. Is het wel de netwerker of verbinden die we wilden? In hoeverre staat deze kandidaat ‘met zijn benen in de samenleving’? Fracties die daar de partijkaart trekken, worden door hun collega’s snel gecorrigeerd.

Overigens is het opvallend (hoewel niet uniek) dat de gemeente zelf met het nieuws komt dat de uitslag ‘unaniem’ is. Daarmee schendt de gemeente eigenlijk zelf de geheimhouding die hoort bij de burgemeestersprocedure.

(3) Een juiste formulering, Code Oranje zal er blij mee zijn, maar de relevantie is er niet. Door deze tekst op te nemen, líj́kt het stuk te willen insinueren dat de burgemeester enige zeggenschap heeft over ‘het meer zeggenschap geven aan burgers’. Dat is niet zo. Een burgemeester heeft in de gemeentepolitiek weinig te vertellen. Sterker, iedere burgemeester die ooit met z’n tengels aan de inhoud zit – en iedere beginnende burgemeester maakt die fout wel een keer – wordt dat snel afgeleerd.

Ook de enige echte inhoudelijke politieke portefeuille van de burgemeester – openbare orde en veiligheid – laat weinig ‘burgerbetrokkenheid’ toe. Het gaat meestal om bevoegdheden die een spoedig besluit vragen: noodbevelen, intrekken van horeca-vergunningen en uit huis plaatsingen. Geen dingen die je via een referendum regelt.

(4) Burgemeesters worden ‘door de Kroon’ benoemd, en niet — zoals hier staat – door de Koning. De Kroon is een pars-pro-toto voor de regering, dus inclusief Ministers. De Koning zet slechts zijn handtekening.

(5) Daarnaast is het sinds de regeling dat de gemeenteraad een kandidaat voor het burgemeesterschap voordraagt nog nóóit voorgekomen dat de Kroon de voordracht niet volgde.

Zo bezien mag ANP wel eens investeren in kennis van burgemeestersbenoemingen, en misschien wel van heel het gemeenterecht. Daarmee zou deze averij voorkomen moeten worden.

Want dat is het: averij.

De insinuatie dat de politieke kleur of het netwerk relevanter is geweest dan de capaciteiten slaan een schaduw op de start van het burgemeesterschap. Het levert verwachtingen op die een nieuwe burgemeester met zijn beperkte politieke verantwoordelijkheden nooit waar kan maken. Femke Halsema weet er alles van. Door haar partijlidmaatschap werd gehoopt op, of gevreesd dat de burgemeester wel even in de hoofdstad ‘duurzaamheid op de agenda zou zetten’ — terwijl een burgemeester maar weinig over de politieke prioriteiten te vertellen heeft. En nog steeds wordt door de gemeenteraad of het college verzonnen beleid haar in de schoenen geschoven.

Daarnaast is het voor de kandidaat zélf niet eerlijk. Terwijl Van Meygaarden in zijn sollicitatie bij de vertrouwenscommissie gewoon liet zien dat hij de beste was, ziet men buiten de raad reden om te twijfelen of het toch niet kartel-argumenten waren die hem burgemeester maakten. Zo wordt met het idee van partijbenoemingen allerlei samenzweringstheorieën over de macht van politieke verenigingen gevoed — en blijft de gedachte bestaan dat ‘politiek een groot complot is tegen gewone sukkels,’ zoals Jan Blokker het ooit verwoorde.

Een correctie van ANP lijkt me op z’n plaats, én een excuus aan alle media die het overnamen. Net als felicitaties aan Van Meygaarden. Ik weet zeker dat inwoners en anderen snel snappen dat hij deze voordracht op eigen merites heeft bereikt.

Een versie van dit artikel verscheen eerst op TPO.

Waarom vertrok de burgemeester nu precies? Het antwoord blijft voorlopig een mysterie. De opgestapte burgemeester en de gemeenteraad weigeren uitleg wat de ‘directe werkomgeving’ waar de Bouwman op doelde nu precies betekent. De gemeenteraad laat niets los, de woordvoerder zegt de personen niet te willen beschadigen.

‘Ik begrijp dat de persoon in kwestie moet worden beschermd,’ zegt John Bijl tegen De Stentor. Toch heeft dit invloed op het vertrouwen in de overheid. ‘Bij een vergade­ring over een persoon moet iemand zich ook veilig voelen om te zeggen wat diegene wil zeggen. De gemeente is echter ook verantwoor­ding schuldig richting de bevolking.’ Nu niets zeggen leidt alleen maar speculatie in de hand, denkt Bijl. ‘Er gaan roddels rond en geruchten hebben een samenleving nooit beter gemaakt.’

‘Daar word ik als toeschouwer niet blij van, moet ik u zeggen. Dat is geen gezicht.’ Commissaris van Koning Jaap Smit was duidelijk in zijn uitgelekte commentaar op het aangezicht van de raadsvergaderingen. Als of hij een mystery burger-column schreef. ‘Ik zit dan te kijken naar de raad van de derde grootste stad van Nederland met een hoog profiel. Nou, nou, nou, jongens.’

Komende week mag Johan Remkes de vergaderingen gaan leiden. De verwachting is dat hij een strakkere lijn zal hanteren, schrijft NRC. Dat zal niet makkelijk zijn, denkt John Bijl.

De vergaderzaal is al niet ideaal, vindt Bijl. ‘Een harde, steriele ruimte’, zegt hij. De partijen zitten er in een Lagerhuis-opstelling, waarbij ze tegenover elkaar zitten in plaats van in een hoefijzer, zoals in de meeste gemeenten het geval is. ‘Daar heeft Den Haag expliciet voor gekozen. Maar het vergroot de vijandigheid’, zegt Bijl. ‘En het verkleint constructieve interactie.’

Daarnaast zitten raadsleden achter een soort schotjes. Waardoor je als voorzitten nooit goed de lichaamstaal kan inschatten. ‘Aan lichaamstaal kan je zien of iemand meteen iets wil zeggen of dat het kan wachten.’ Ook over het interuptiesysteem is Bijl niet te spreken. Via een knoppensysteem moeten de leden zich elektronisch melden bij de voorzitter. ‘Zoals bij McDonald’s als je wacht op je bestelling, legt Bijl uit.

Maar vooral de vergadercultuur zal Remkes ervan weerhouden direct verbeteringen aan te brengen. ‘Raadsleden moeten allereerst geïnteresseerd zijn in antwoorden’, zegt Bijl. ‘En niet alleen met vliegen afvangen bezig zijn.’

Op 1 oktober 2019 deed de Rijksrecherche een inval op het Haagse gemeentehuis én bij wethouders thuis. Op zoek naar bewijs voor een vermeende ambtelijke corruptie. De inmiddels opgestapte wethouders De Mos en Guernaoui worden ervan beschuldigd steekpenningen te hebben aangenomen.

Het praatprogramma De Hofbar bespreekt de kwestie. ‘Men moet op zoek naar een voor-wat, hoort-wat om een beschuldiging te kunnen maken.’

Slechts tien maanden was hij in functie. Deze zaterdag nam burgemeester Bouwman toch in eens afscheid. Via een YouTube-video liet hij weten dat er een ’te groot verschil is met zijn directe werkomgeving over de wijze waarop ik de gemeente wil besturen’. Meer uitleg wil de burgemeester er niet over geven.

Die formulering roept vragen op, vindt John Bijl. ‘Het gebeurt haast nooit dat een burgemeester binnen een jaar al vertrekt.’ Hij vindt dat er meer uitleg moet komen. ‘Het kan niet anders dan dat er problemen in het gemeentebestuur zijn,’ zegt Bijl tegen RTV Noord. Die zijn met het vertrek van Bouwman niet over. Bij vermoed dat Bouwman doelt op de samenwerking met de wethouders. ‘Maar de gemeenteraad heeft Bouwman zelf een paar maanden geleden uitgekozen.’

De raad zelf is verrast door het vertrek. De fractievoorzitters werden kort voor het verschijnen van de video door Bouwman geïnformeerd. Opvallend, vindt Bijl. ‘Het is erg gek dat het zo plotseling is gegaan en dat er geen gesprekken zijn geweest met de gemeenteraad’, zegt Bijl. ‘Bovendien vind ik het laf van de raadsleden dat ze blijkbaar de burgemeester niet steunen en wel de wethouders. Er zitten allerlei ‘veiligheidskleppen’ in het democratische proces en die hebben hier blijkbaar allemaal niet gewerkt’, aldus Bijl.

De gemeenteraad doet er goed aan met meer uitleg te komen, zegt Bijl tegen Omroep Flevoland. ‘Hoe dit gelopen is zegt iets over het dagelijks bestuur in Noordoostpolder’, aldus Bijl.

‘Je hoeft een presentator in Hilversum niet te vertellen dat het moeilijk is om betrokken over te komen in een video, maar burgemeesters mag je dat best vertellen,’ zegt Bijl. Hij oordeelt dat de burgemeester afstandelijk en koud in het filmpje overkomt.

Ook maakt hij staatsrechtelijke bezwaren. Het filmpje stond eerder op het internet dan de raad het wist. ‘Dat is niet zo netjes,’ vindt Bijl.